Column | Nutteloze bezieling

C

Toen ik in 1997 toetrad tot het leidingsteam van een Scoutinggroep hadden we weinig te verliezen. De groep liep niet zo goed destijds. Zestien leden slechts, een karig programma en een brief op de mat van een ouder die het allemaal maar zozo vond. Al snel begonnen we, eigenlijk als vanzelf en met niks te verliezen, te bouwen aan de groep.

Dankzij lange avonden slap taaien over onze groep werden we een hecht team dat nadacht over zijn taken en dat betaalde zich langzaam maar zeker uit. De groep groeide gestaag, er kwam meer structuur, we bedachten de gekste activiteiten en er werden zelfs prijzen gewonnen. Trots waren we als we 15-jarigen de leiding zagen nemen over hun groepje en zich ontfermden over het jongere spul als die het even te zwaar kregen. Trots ook als de jongens na een vermoeiende reis als één lichaam een kamp opbouwden en zichzelf konden bedruipen in hun dagelijkse taken. Die trots spraken we dan uit, voor de groep of individueel, en dan zag je zag die knapen groeien.

We dachten er geen moment aan wat onze maatschappelijke rol was of wat onze bijdrage was in bijvoorbeeld het terugdringen van eenzaamheid, obesitas of verslaving in onze gemeente. Het kwam niet in ons op dat de dingen die we deden mede mogelijk werden gemaakt door subsidie. Negentien waren we, begin twintig. De motivatie om iets neer te zetten kwam uit onszelf en onze drang tot zelfontplooiing en niet vanuit de gemeente die aan de geldkraan zat te draaien om te sturen op maatschappelijke doelen. De leermeester en het nut van ons handelen zat verscholen in het proces, maar daar dachten we niet aan. Wat telde was de groep, de eer, de vriendschap en het plezier.

Het college heeft nu het voornemen om de manier waarop subsidie wordt verstrekt te veranderen. Men wil straks alleen nog zaken bekostigen die het gewenste effect hebben. Dat effect wordt afgemeten aan gestelde doelen omtrent veiligheid, sociale overlast, acceptatie en meer van dat moois. Hoewel ik de aanleiding snap – zomaar een zak geld op tafel gooien is ook weer zo wat – vraag ik me af wat het effect op verenigingen is als de gemeente middels de geldkraan gaat sturen op wat volgens haar boekje noodzakelijk is.

In dat sturen zit een poging verborgen om de bezieling waarmee vrijwilligers zich inzetten voor hun club te benutten voor de maatschappelijke agenda van de gemeente. Het maatschappelijke nut is dan namelijk niet meer de willekeurige, onmeetbare maar waardevolle bijvangst van clubactiviteiten, maar wordt een doel op zich, vooraf geformuleerd door de gemeente als maatschappelijke opgave en als voorwaarde voor subsidie. Is het niet juist de bezieling die als eerste sneuvelt, als hogere organen gaan sturen op het gewenste effect?

Geef een reactie

Geef een reactie

Categorieën

Blogstatistieken