Kennis en liefde maakt Katwijks harinkje meer dan de moeite waard

K

Op het terras van café de In den Blauwen Bock zitten vijf juryleden klaar voor de jaarlijkse Katwijkse haringtest. Het is vrijdagmiddag, stralend weer en iedereen is in zijn nopjes. ‘Ik vind dit enig mensen, is dit leuk of is dit leuk?‘ De juryleden hebben zich zelf aangemeld en claimen over een zekere deskundigheid te beschikken als het gaat om de schone kunst van het haringhappen. Ze zijn liefhebber van de Hollandse Nieuwe en sommigen al jaren een autoriteit als haringkenner. Door middel van vrolijke vlaggetjes zijn de maatjes genummerd zodat vooraf niet duidelijk is van wie de haring afkomstig is. Deelnemende viszaken zijn Piet van der Plas (Tramstraat), Schuitemaker (Voorstraat), Dirk’s Vishandel (Hoornesplein), Weerstand (Te Brittenstraat), Vis & Zo (Andreasplein) en Hartevelt (Boulevard).

Een rondje langs de jury

 Jurylid Gijs van der Bent (58) is als redacteur van Visserijnieuws en echte kenner. Voor hem ligt de eerste haring te wachten op zijn kundige oordeel. Eerst wordt er geroken, daarna wordt hij behoedzaam met mes en vork in stukjes gesneden. Als enige jurylid eet hij zijn haring in stukjes. ‘Achteraan bij de staart is de haring het zoutst, dat eet ik als eerst’, legt hij uit. ‘Het lekkerste vette gedeelte achter de kop bewaar ik voor het laatst.’ Gijs is uitermate kritisch en niet erg scheutig met de punten, zo blijkt uit de resultaten. Zoals de meeste juryleden eet hij zijn harinkje het liefst zonder ui. Zijn verklaring is helder: ‘uien zwemmen niet’.

‘Vet en happerig, niet te slap’, zo heeft hij hem het liefst.  Pieter Johannes Stam (66) kennen we naast zijn werk als predikant ook als voormalig columnist van deze krant. Bij het zien van het juryformulier valt het hem meteen op dat de term ‘maatjes’ wordt gebruikt terwijl we het toch echt over Hollandse Nieuwe hebben. Kundig inspecteert hij de haring op zijn bordje. ‘De geur is zilterig… de vorige was wat reukeriger maar deze is wat zilter in de geur’. In zijn jonge jaren kocht hij haring in voor V&D waarbij hij soms wel twaalf haringen achterover moest slaan om ze te keuren. ‘Hé, een graatje… ‘, merkt hij op. ‘Weten de deelnemers wel dat ze voor een keuring snijden?’ ‘Dat betekent een puntje minder, kan er niks aan doen’.

De geur is zilterig…

Naast Stam zit Bas van Duijvenbode (64). ‘Ik ben een grote zeikerd als het om haring gaat’, vertelt hij geamuseerd. Zijn vrouw gaf hem op als jurylid. ‘Op verjaardagen eet ik nooit haring omdat ze dan een hele avond op een schaal liggen. Haring is een product dat heel snel achteruit gaat als je het verkeerd behandelt’. Bas heeft geen achtergrond in de haring of visserij maar weet waar hij over praat. ‘Als hij drie kwartier uit de koelkast is dan komen er traantjes op, dan kun je hem weggooien.’ Het lekkerst vindt hij de haring vers van het mes, daar kan geen enkele haring tegenop. Ondertussen brengt de gastheer de volgende haring alweer. ‘Praten en breien, Bas!’ (lees verder onder de foto)

‘Zonder ui en zo van het mes, een haring moet je puur proeven’. Met 35 jaar ervaring in de visserij geldt Willem van der Meij (48) als een autoriteit in de haringleer. Dit blijkt wel als hij aan de manier waarop één van de haringen is schoongemaakt de bijbehorende vishandelaar meent te herkennen, wat achteraf juist blijkt te zijn. Tijdens het keuren gaat hij secuur te werk. Met zijn vinger gaat hij langs de binnenkant van de haring om te voelen hoe de structuur is. ‘Hij moet niet te slap zijn’. Dan een hapje. ‘Romig… smaak iets te zout. Iets groener is lekkerder, dan proef je meer de zee.’ Stam reageert: ’mijn vrouw heeft me geleerd om hem dan even in de karnemelk te leggen, dan smaakt hij wat minder zout’.

Tussen al die mannen zit de Rijnsburgse Mieke van Wijngaarden (46). Op vrijdagmiddag stopt ze vaak eerder met werken om zichzelf te trakteren op een lekker harinkje. Zij is niet alleen het enige vrouwelijk jurylid, ze is ook nog eens import. Haar inschrijving als jurylid was eigenlijk een grapje. ‘Ik woon nu bijna drie jaar in Rijnsburg en dacht, dit is een uitgelezen kans om te integreren’. Mieke is een echte liefhebber en geniet zichtbaar van de manier waarop haar mannelijke collega’s hun kennis over haring delen. ‘Ik vind dat zilte juist wel lekker maar als ik de heren zo hoor dan moet het zoutgehalte juist lager zijn’. ‘Ik heb al veel geleerd deze dag’, vertelt ze. ‘Ik weet nu veel beter waar ik op moet letten als ik de volgende keer een harinkje koop’.

Iets groener is lekkerder, dan proef je meer de zee.

Dikke plus voor vet- en zoutgehalte

Wat kunnen we in zijn algemeenheid verwachten als we een Hollandse Nieuwe gaan halen in haringdorp Katwijk? Een duidelijke winnaar komt uit de test niet naar voren. De viszaken ontlopen elkaar nauwelijks, soms maar op een halve punt. Over kleur, vetgehalte en uiterlijk zijn de juryleden eensgezind. Met name het vetgehalte scoort een dikke plus en ook het zoutgehalte is meer dan in orde. Een aandachtspunt voor sommige handelaren is het schoonmaakwerk. Hier en daar wordt nog een graatje of een vinnetje ontdekt en dat komt de beleving niet ten goede. ‘Beleving is minstens zo belangrijk als de smaak’, leggen de juryleden uit. ‘Een graatloze haring met een mooi zilveren huidje is een lust voor het oog’. Smaak en geur zijn meer persoonlijk.  Sommige liefhebbers hebben hun haring het liefst ‘groen’ en anderen hebben een voorkeur voor een wat zilter harinkje. Duidelijk is dat Katwijk het haringhappen tot kunst heeft weten te verheffen. Met zoveel kennis en liefde voor dit zilver uit zee mogen we ons met trots ‘haringen’noemen.

Geef een reactie

Geef een reactie

Categorieën

Blogstatistieken