Het is een slag apart en ze zijn dun gezaaid, Katwijkers die er voor hebben gekozen om eigen baas te zijn en zich te specialiseren in een ambacht om zo hun kostje bij elkaar te verdienen. Met hun vaardige handen en hun specifieke kennis leveren ze vakwerk en geven ze automatisering en massaproductie het nakijken. Voor hen geen troosteloze kantoortuinen, kille fabriekshallen of eindeloze magazijnen. Geen chefs of managers die over hun schouders meekijken en agile en scrum prediken. Een eigen stek en een eerlijke boterham is voldoende voor de éénpitters en ambachtslieden. Vandaag trappen we af met edelsmid Erika Houwaard.
Dit artikel verscheen eerder in de Katwijksche Post. Blijf betrokken, steun de lokale journalistiek en abonneer!
Ze heeft haar werkplaats in de oude bakkerij naast de winkel van Bakker den Dulk aan de Voorstraat. Om binnen te komen moet er geklopt worden, een voorzorgsmaatregel die gezien de kostbare materialen geen verdere toelichting behoeft. Een eerste blik in de werkplaats van Edelsmederij ‘t Goudvinkje maakt al snel duidelijk dat wie dit vak wil uitoefenen een zekere mate van orde en netheid moet betrachten. In allerlei vakjes, mapjes en laatjes worden de edelstenen, zilverdraadjes en sieraden zorgvuldig bewaard. Tangen in alle soorten en maten hangen netjes bij elkaar en rond een houten blok op de grond tel ik wel 15 soorten hamers. Hard, zacht, rond of hoekig, elke hamer heeft zijn eigen functie. Maar vooral toch een scala aan gereedschappen en werktuigen waar ik het bestaan niet van af wist, en alleen maar kan raden naar de functie ervan.
Erika Houwaard kwam per toeval in aanraking met de kunst van het edelsmeden. Dat ze iets met haar handen wilde doen dat wist ze al, maar wat precies daar was ze nog niet uit. ‘Ik kon leuk leren maar het hbo en de theoretische kant trok me niet. De kunstacademie vond ik net weer te artistiek en daar was ik misschien net niet kunstzinnig genoeg voor.’ Toen er in 1997 iets in de krant stond over de opleiding tot edelsmid besloot ze die opleiding gaan volgen. Nu is ze alchemist, zegt ze gekscherend, maar formeel is ze dus edelsmid.
Sieraden zijn emotie
‘Sieraden hebben vaak te maken met emotie’, vertelt Erika op mijn vraag wat het vak bijzonder maakt. ‘Voor allerlei momenten in een leven kan wel een sieraad gemaakt worden. Bij een geboorte een mooie zilveren rammelaar bijvoorbeeld, maar ook bij een examen, 18 jaar worden, eigenlijk alle mijlpalen die een mens in een leven heeft kun je met een sieraad bekronen. Dan krijgt dat sieraad vanzelf een emotionele waarde die voorbij gaat aan de waarde van het materiaal. Ik krijg ook wel eens een kettinkje van de Hema dat stuk is gegaan en dat de laatste vijf jaar om oma haar nek hing. Dan is het qua materiaal nauwelijks iets waard maar emotioneel wel.’
Zo maakt ze ringen, armbanden, kettinkjes, manchetknopen en piercings, maar ook metamorfoses van de bestaande sieraden zijn veelgevraagd. Het samenvoegen van twee trouwringen na een overlijden bijvoorbeeld, of het vermaken van een sieraad van oma. ‘Soms kun je aan een ring heel wat aflezen. In de jaren 80 en 90 hadden de trouwringen facetranden en in de jaren 60 waren brede ringen weer in de mode.’ Erika kreeg ooit de ring van een man die in een brillenfabriek had gewerkt. Zijn ring was aanzienlijk dunner dan die van zijn vrouw. ‘Hij had een heel leven goud bij die brillenfabriek achtergelaten’, vertelt ze, ‘afgesleten tijdens het werken’. In een hoek ligt een hoopje stof, zorgvuldig bij elkaar geveegd. ‘Dat gaat niet zomaar de vuilnisbak in. Tussen het stof zit nog allerlei vijlsel. Als ik dat een lange tijd opspaar dan gaat het naar een speciaal bedrijf dat het edelmetaal er uit kan filteren en dat levert na een tijdje nog een leuke som geld op.’
Precisiewerk
‘Er kan van alles misgaan’. Erika zit inmiddels aan haar werkbank en laat de techniek van het solderen zien met een gasvlammetje. ‘Als ik een sluitinkje aan het solderen ben en ik let even niet op dan kan het smelten en dan is het weg. Het is me gelukkig nog niet overkomen.’ Rustig en geconcentreerd kunnen werken is een belangrijke voorwaarde om geen fouten te maken. ‘Als er steeds iemand aan de deur komt terwijl ik een diamantje moet zetten of iets moet solderen dan ben ik uit mijn concentratie.’ De winkel is daarom alleen op vrijdag en zaterdag geopend. De andere dagen wordt er wel gewerkt, maar de deuren blijven dicht. Als er echt een pittige klus geklaard moet worden dan gaan ‘s avonds de luiken dicht en werkt Erika in alle rust door tot het af is. ‘…en soms lukt het gewoon echt niet en dan moet ik gewoon stoppen. Dan ben ik ‘s avonds drie uur voor niks bezig geweest en lukt het me de volgende dag ineens met gemak.’
Luister naar Erika in de Katwijksche PostcastMeesterstuk
Ze heeft, tot haar ongenoegen, geen meesterstuk hoeven maken toen ze haar opleiding afrondde. ‘Ik heb daar nog wel voor gepleit bij de rector destijds, maar het maken van een meesterstuk is pas later ingevoerd.’ Ze moet het dus doen met de pronkstukken die Erika maakte toen ze al als goudsmid de kost verdiende. Ze opent de vitrine en haalt er voorzichtig een opvallende collier uit. Eén helft bestaat uit kunstig en minutieus gesoldeerde zilveren vormpjes, een geheel dat niet zou misstaan om de hals van een prinses. De andere helft bestaat uit koud, roestig en verwrongen staal. Het contrast is treffend. ‘Oorlog en vrede’, licht Erika toe. ‘De stalen delen zijn afkomstig van een zeemijn die een paar jaar geleden tot ontploffing werd gebracht tijdens de kustwerken. ‘Ik heb toen wat brokstukken kunnen bemachtigen en het in dit collier kunnen verwerken’.
Wat ze daar nog graag aan toe zou willen voegen? ‘Een tiara voor de koningin natuurlijk, of een ambtsketting voor de burgemeester.’ In 2006 was ze al eens begonnen aan een ambtsketting voor burgemeester Wienen, maar de crisis gooide roet in het eten. In de vitrine ligt het half afgemaakte proefmodel nog te pronken. ‘De aanleiding was destijds de fusie van Katwijk Rijnsburg en Valkenburg’, legt ze uit terwijl de ketting tevoorschijn wordt gehaald. ‘Er was budget voor vrijgemaakt, maar als er een crisis komt dan zijn dat de eerste dingen die sneuvelen.’ Laten we nu net een nieuwe burgemeester hebben…