Ambachtslieden en éénpitters: Meubelstoffeerder Henk Hogewoning

A

Het is een slag apart en ze zijn dun gezaaid, Katwijkers die er voor kiezen om eigen baas te zijn en zich te specialiseren in een ambacht om zo hun kostje bij elkaar te verdienen. Met hun vaardige handen en hun grondige vakkennis leveren ze degelijke kwaliteit en een uniek product en geven ze automatisering en massaproductie het nakijken. Voor hen geen troosteloze kantoortuinen, kille fabriekshallen of eindeloze magazijnen. Geen chefs of managers die over hun schouders meekijken en agile en scrum prediken. Een eigen stek en een eerlijke boterham is voldoende voor de éénpitters en ambachtslieden. In deze aflevering: Henk Hogewoning van Hogewoning Meubelstoffering.

De werkplaats aan de Prins Hendrikkade is gevuld met grote rollen stof, stevige stukken schuim en indrukwekkende naaimachines. Een enorme werktafel vult de ruimte en langs de wanden hangen stalen van de fijnste stoffen en grote lappen leer wachten op hun bestemming. Henk Hogewoning en zijn vrouw Ada runnen Hogewoning Meubelstoffering met verve. Of het nu gaat om kussens voor de boot, een bankstel of een luxe fauteuil, wie zijn meubel van een nieuw jasje wil voorzien kan bij Hogewoning terecht voor een eerlijk advies en gedreven vakmanschap. Ze bouwden het bedrijf samen van de grond af op en ze kwamen van ver. 

Dit artikel verscheen eerder in de Katwijksche Post. Blijf betrokken, steun de lokale journalistiek en abonneer!

Een stoel met een verhaal

‘Er zit altijd wel een verhaal aan vast’, vertelt Henk, als hij praat over het stofferen van fauteuils. ‘Vaak zijn het stoelen van oudere mensen die met pensioen zijn. Ik ga dan eerst kosteloos langs om te zien of het de moeite waard is. Dan onderzoek ik de stoel, vraag hoe oud de stoel is en waar hij gekocht is en als ik de stoel optil dan voel ik meteen of ik een beuken romp in mijn handen heb of eentje van waaibomenhout. Soms zeggen we dan, breng die maar naar de schroot.’ 

Een eerlijk advies dat soms in de wind wordt geslagen. ‘Ik was eens bij een man die zijn stoel gestoffeerd wilde hebben. Ik pakte een schaar en sneed het open en zei: vuurhout en spaanplaat, deze moet naar de milieustraat!’ De klant ging niet akkoord en werd zelfs een beetje boos. ‘Wat is er aan de hand, vroeg ik? Het gaat je 1500 gulden kosten! Toen bleek dat de man een emotionele binding met de stoel had. Hij was van zijn schoonvader geweest. Het kan me niet schelen wat het kost, gewoon maken, zei hij’

Henk maakt altijd een eerlijke afweging of een opdracht zinvol is en hij houdt niet van half werk. ‘Het vak en de boeken luiden, je moet niet gaan lopen knoeien’, zegt Henk als hij praat over grotere opdrachten. Als bedrijven willen beknibbelen op kwaliteit om de prijs te drukken zegt zegt hij lachend: ‘Als ik zo ga worden dan pak je een end hout en sla je me voor mijn hoofd. Er gaat wel eens wat van de prijs af maar alle room er af scheppen, nee.’

Een eigen bedrijf

‘Hoe ik in ben gerold? Dat zal ik je vertellen’. Een verhaal over ambachtslieden beperkt zich zelden tot het vak alleen. Henk werkte maar liefst 23 jaar in de confectie en hij leerde er zijn vrouw Ada kennen. Jarenlang was de Canda zijn werkplek maar hij moest daar om gezondheidsredenen stoppen. Over het waarom wil hij niet teveel kwijt. ‘Ik was 37 en te jong om te stoppen. Toen ben overal gaan solliciteren. Ik ben altijd open en eerlijk geweest over mijn dossier’. Later vertelt Henk dat hij weet hoe het is om depressief te zijn. De eerlijkheid over zijn dossier maakte het hem moeilijk om werk werk te vinden.

Is dit mijn eindstation?

‘Uiteindelijk werd er gezegd: is de sociale werkplaats niks voor jou? Ik daar naartoe, met lood in mijn schoenen, naar de sociale werkplaats. Er was daar een stoffeerderij. Is dit mijn eindstation, dacht ik? Ik ben er zeven keer geweest en ben ook zeven keer weggelopen. Ik voelde me psychisch ook echt niet oké. Ik heb veel wandelingen gemaakt. Toen zei mijn chef, kom gewoon één of twee uurtjes. Ben je het zat dan ga je naar huis, wil je wandelen dan ga je wandelen, je bent helemaal vrij.’ Deze aanpak hielp Henk om zijn plek te vinden in de sociale werkplaats, de huidige Maregroep. ‘Zo is het op een gegeven moment toch gaan groeien, het begon mijn interesse te krijgen.’

Fingerspitzengefühl

Het stofferen zit Henk in de vingers. ‘Ik maakte bij de Maregroep al de moeilijkere modellen en in de jaren dat ik in de confectie heb gewerkt heb ik onbewust enorm veel fingerspitzengefühl opgedaan. Na al die jaren zit er zoveel kennis in je vingers, dat besef je niet’. Hoewel Henk op de sociale werkplaats de man was die alle werkzaamheden wel aankon bleef het bij simpele klusjes. Henk was leergierig en wilde meer. ‘Soms trok ik een fauteuil van straat af en en ging dan kijken hoe het in elkaar zat en na verloop van tijd ging ik de fauteuil stofferen. Dood en dood eng natuurlijk, maar ach, het was een oud ding en weggooien kon altijd nog’. Door met zijn handen de stoelen te ontleden en te onderzoeken krijgt hij het vak steeds meer in zijn vingers.

Strenge leermeester

Later gaat Henk stoffeerlessen volgen. ‘Dan ging je veren inbouwen en vullen met klassieke vullingen als krijn en paardenhaar’. Zijn leermeester was streng en leek Henk steviger aan te pakken dan anderen. ‘Ik moest altijd mijn werk opnieuw loshalen en de rest liet hij maar aanklooien. Niet om mij op mijn borst te slaan maar ik zag dat mijn werk veel netter was.’ Toen hij hem hier later op aansprak kreeg hij als antwoord:´Ik gaf je extra op je sodemieter omdat ik jou een stoffeerder zag. En jij bouwt een eigen zaak´. Henk reageerde: ‘Je bent gek!’

Uiteindelijk slagen er drie van de zeven leerlingen voor hun stoffeerdersexamen. ‘Mijn diploma hangt daar, daar ben ik best trots op’, zegt Henk. ‘Ik ben pas later aan een eigen zaak gaan denken. Hoe dat ging vertelt Ada. ‘Wij deden in onze vrije tijd klusjes voor mensen. Een timmerman gaat ergens bij iemand wat timmeren en dat deden wij thuis natuurlijk met een stoeltje. Het werd op en gegeven moment zoveel dat we het niet meer aan konden. Toen zeiden we als we nou zoveel stoffeerwerk hebben, kunnen we dan niet een eigen bedrijf beginnen?

Henk wordt, gezien zijn achtergrond, psychologisch door de mangel gehaald om te kunnen beoordelen of een eigen zaak verantwoord is. ‘Ik heb alles verteld zodat ze een goed beeld van me kregen. Als ik weet dat het niet kan dan ben ik daar ook blij mee, dan moet ik het niet doen’, vertelt hij de psycholoog. ‘Ik wilde niet nog een keer psychisch in de problemen raken, dat wilde ik nooit mee meemaken.’ Henk krijgt het voordeel van de twijfel en stapsgewijs bouwt hij zijn zaak op, met steun van zijn vrouw. ‘Ik vind het een mooi vak en ik leefde ook helemaal op. Ik kwam uit een depressie vandaan en het ging gewoon beter. Dat je nu een eigen zaak hebt… tja dat geloof je bijna niet. Maar ik heb het niet alleen gedaan’, zegt hij, terwijl hij naar Ada knikt.

Voelen aan stoelen

Nog altijd onderzoekt Henk meubels als hij de kans daarvoor krijgt. ‘Ik voel aan een stoel zoals een dokter dat doet. Is de vulling goed of is die slecht? Hoe lang gaat het nog mee? Ik kijk of de veren nog heel zijn en zie gelijk of iemand schuin in zijn stoel heeft gezeten. Ik zie of de leuning kapot is van een arm of van een horloge.’ Het voelen aan de stoelen beperkt zich niet alleen tot de werkplaats. Ook daarbuiten kan Henk het niet laten om de kwaliteit van kussens en stoelen te beoordelen. 

‘Overal waar ik kom voel ik aan stoelen, of het nu in een ziekenhuis is of bij de buurvrouw, ik kijk en voel altijd aan stoelen. Dan voel ik wat voor vulling er in zit en of het kwaliteit is. Ada vult aan. En als we buiten op een terras zitten en er zitten losse kussentjes in dan maakt hij ze altijd even open’. ‘Om te kijken of het goed is afgewerkt’, reageert Henk, ‘schuim moet je beschermen met watten want anders gaat het schuren’.

Volgend jaar wordt Henk Hogewoning 65 jaar. Zijn zoon, die hij van jongs af aan stoelen uit elkaar liet halen om het vak te leren, staat klaar om hem op te volgen.

reactie

Geef een reactie

Categorieën

Blogstatistieken