‘Ik ken niks anders, ik weet niks anders, dit is mijn leven.’

Ze houden zich overdag schuil en komen ‘s avonds tot leven. In het donker werken ze hard en als het eerste licht naar binnen schijnt, zijn ze de laatste die de deur achter zich sluiten. Het is tijd om de kroegbazen uit het donker te halen en in het licht te zetten. Deze week is het de beurt aan kroegbaas Patrick de Vogel van De Roos in Rijnsburg.

Even slaat de twijfel toe als ik aankom bij bistro/café De Roos in Rijnsburg. De lichten zijn uit, de deuren gesloten en de parkeerplaats is leeg en verlaten. Ik verstuur een appje en even later verschijnt de reactie: ‘ik ben er over vijf minuten’. Dan stopt er een wagen en een gehaaste man van 43 stapt uit. Het is rennen en vliegen voor de ervaren horecaman. We hebben drie kwartier de tijd en dan moet hij zijn dochter ophalen in Voorhout. Ik neem plaats aan de bar en Patrick neemt zijn vertrouwde positie in achter de tap van een nog leeg café.

We zijn geen Stairs waar 100 jongeren naartoe trekken

Gelegen aan de rand van Rijnsburg ver buiten het centrum is dit op het eerste gezicht niet de meest logische plek voor een horecaonderneming maar de zaken gaan goed. De combinatie van bistro, café en sporthal zorgt voor voldoende dynamiek en de Rijnsburgers weten De Roos te vinden. Men kan hier een hapje komen eten, sporten in de gymzaal, achteraf een drankje drinken in het café en elke denkbare combinatie van die drie is mogelijk.

Dorpscafé

De Roos is een echt dorpscafé. ‘Hier is het gezelligheid en ons kent ons’, brandt Patrick los, ‘Klanten zoeken een plek waar het gezellig is en waar ze elkaar treffen is het gezellig. Er komt hier van alles over de vloer. Gezinnen die een hapje komen eten, jongeren komen een drankje doen en we organiseren sportevenementen om klanten te trekken. In dat opzicht zijn we meer een dorpshuis dan een kroeg. We zijn geen Stairs waar 100 jongeren naartoe trekken om te gaan stappen maar we trekken wel jeugd vroeger op de avond voordat ze naar Noordwijk gaan. Natuurlijk hoop ik dan dat ze blijven hangen. Het zijn dezelfde jongens maar ze gedragen zich anders dan in het uitgaansleven omdat ze hier zijn opgegroeid met hun ouders. Ik ken de jeugd die hier over de vloer komt en ik ken hun ouders.’

Je werd opgevoed in het café

Het gesprek verlegt zich naar de jongeren en Patrick uit zijn bedenkingen over het verleggen van de leeftijdsgrens voor alchoholverkoop naar 18 jaar. ‘Die 18-jarige jongen die verkering heeft met dat 17-jarige meisje gaat niet in een kroeg zitten waar zijn meisje niks krijgt. Die gaat dus ergens thuis of in een schuur zitten drinken waar ze ook nog eens mogen roken.’ Patrick legt uit waarom dat nadelig is. ‘Vroeger werd je opgevoed in het café. Je ging als 16-jarige mee en als je een paar glazen omgooide dan werd je in je nek gepakt en dacht je: dat doe ik niet meer. Nu drinken ze buiten het zicht van de ervaren kroegbaas en er is niemand die ze aanpakt als het uit de hand loopt. Nu weet je niet waar ze uithangen en wat ze doen. Als ze eenmaal het uitgaansleven in gaan gedragen ze zich anders dan voorheen.’

Je ging als 16-jarige mee en als je een paar glazen omgooide dan werd je in je nek gepakt en dacht je: dat doe ik niet meer.

Toch ondervindt hij weinig overlast in zijn café. ‘Omdat we alleen maar vaste klanten hebben pik ik ze er á la minuut tussenuit. Ik ken de jongeren die hier over de vloer komen. Ik ken hun ouders, ze zijn hier opgegroeid dus die gedragen zich wel. Jongeren die buiten staan in te drinken verteren niks dus die gooi ik eruit.’

Dit is mijn leven

Dat Patrick zijn pappenheimers kent is niet verwonderlijk. Hij runt de tent al 22 jaar en voor die tijd pachtten zijn ouders de horeca bij het voormalige zwembad het Waterbos. ‘Ik ken veel Rijnsburgers en iedereen kent mij’. Het zwembad is inmiddels verdwenen maar de gymzaal bleef. ‘Mijn ouders hebben toen het beheer van de sportzaal op zich genomen en dat is later overgenomen door Sportbedrijf Katwijk’. In 1995 werd hij mede-eigenaar werd de bistro vernoemd naar zijn moeder, Roos de Vogel. ‘We zitten hier al 43 jaar. Ik ken niks anders, ik weet niks anders, dit is mijn leven’

Vrijdagmiddagborrel

Een doelgroep die zich niet meer laat zien dat zijn de lijnrijders. ‘De vrijdagmiddagborrel was vroeger heel goed in Rijnsburg. Chauffeurs waren allemaal vrij op de vrijdagmiddag en gingen dan aan de borrel. Dat is 15 jaar geleden gaan veranderen. De planning van de bloemenrijders is veranderd en met de crisis zijn de mensen hun geld anders gaan uitgeven. Men ging niet meer standaard op vrijdagmiddag naar de kroeg om met een meijertje te zwaaien. Nu de vrijdagmiddagborrel eenmaal is doodgebloed zal dat niet snel meer terugkomen’.

Geef een reactie

Geef een reactie

Categorieën

Blogstatistieken