Ambachtslieden en éénpitters: Kapper Jan Minnee

A

Het is een slag apart en ze zijn dun gezaaid, Katwijkers die er voor kiezen om eigen baas te zijn en zich te specialiseren in een ambacht om zo hun kostje bij elkaar te verdienen. Met hun vaardige handen en hun grondige vakkennis leveren ze degelijke kwaliteit en een uniek product en geven ze automatisering en massaproductie het nakijken. Voor hen geen troosteloze kantoortuinen, kille fabriekshallen of eindeloze magazijnen. Geen chefs of managers die over hun schouders meekijken en agile en scrum prediken. Een eigen stek en een eerlijke boterham is voldoende voor de éénpitters en ambachtslieden. In deze aflevering: kapper Jan Minnee.

Leren lag hem niet, en aangezien zijn vader een kapperszaak had was het al snel bekeken voor de zestienjarige Jan Minnee. Hij zou kapper worden, net als zijn vader, grootvader, overgrootvader en zijn ome Cor en ome Jan, die tot hun tachtigste geknipt hebben in de Annastraat. Op de kappersschool leerde hij een gouden regel: heb het nooit over politiek of geloof. ‘Daar gaat het bij mij altijd over!’, vertelt hij lachend.

Dit artikel verscheen eerder in de Katwijksche Post. Blijf betrokken, steun de lokale journalistiek en abonneer!

Hij heeft zijn zaak in de Admiraal de Ruijterlaan. Een bescheiden kapperszaak met twee kappersstoelen, waarvan er eentje voornamelijk bestemd is voor Jan zelf. Hij neemt er plaats als de tijd het toelaat en de gang van zaken in het dorp moet worden doorgenomen met de klanten. En als het rustig is fungeert het als de leesstoel waarin hij de krant doorneemt. Tegen het raam aan staan naast elkaar vier stoelen. Hier nemen ze plaats, de mannen, wachtend op hun knipbeurt, soms stilletjes in gedachten maar vaak deelnemend aan het gesprek, want iedereen heeft wel iets te melden.

Het praatje Kattuk bij kapper Jan is iets wat snelle marketingjongens tegenwoordig een Unique Selling Point zouden noemen. Een bijzonderheid die de kapperszaak van Jan aantrekkelijk maakt, ook al is het voor Jan de normaalste zaak van de wereld. ‘Niks is meer sociaal’, vertelt hij. ‘Er wordt niet meer gepraat met elkaar. Waar ga je nou nog naartoe dat je met elkaar kan spreken? Dan zeg je naar de kroeg, maar in welke kroeg kun je elkaar nog verstaan? Tegenwoordig moet je heel goed met een telefoon zijn en snel kunnen typen, dan kun je een beetje contact houden met de mensen om je heen.’

Luister naar het praetje Kattuk in de kapperszaak, met wethouder Knape en klant Piet die geknipt en geschoren wordt.

Het zaakje van Jan is één van de laatste winkels die vroeger in deze straat te vinden waren. Ooit zat hier Van der Putte, een naaimachinewinkeltje, groentewinkel Durieux en later de Kreek, Haasnoot, slager Kleen en natuurlijk Bonekamp, de uitvinder van de Katwijkse knip. Om de hoek zat Jaap de Spar en een melkwinkel. Vergane glorie, maar Jan houdt stand.

De deur zwaait open en een keurige man in pak komt de kapperszaak binnen voor zijn knipbeurt. Ik waarschuw wethouder Knape maar even dat we opnames maken voor een interview. Hij toont zich sportief en besluit deel nemen aan het gesprek. ‘De gezelligheid zit hem er vooral in dat Jan veel van zijn klanten weet’, weet Knape, ‘maar dat hij het niet gebruikt ten koste van anderen. Hij pikt veel op en heeft daardoor interessante gesprekken, dat boeit mij wel. Als je bij Jan in de stoel zit dan kan je over van alles en nog wat een gesprekje hebben.’  

Als het rustig is in de de zaak dan leest Jan de krant op één van de kappersstoelen

Jan legt uit dat dit de reden is waarom klanten bij hem komen voor een knipbeurt. ‘Mensen komen voor een gezellig praatje, ze willen wat weten van Katwijk. Bij kappersformules zit je vaak bij iemand die niks weet van Katwijk. Ik weet familiebanden, die hoort bij die of werkt bij die, en ik onthou waar we de laatste keer over hebben gesproken. Dat is een beetje een uitstervend soort en dat is jammer.’

‘Het leuke is ook dat als Jan een verhaal vertelt dan zit er altijd net een vraagje achteraan’, vertelt Knape geamuseerd. ‘Vind je ook niet?, vraagt hij dan, of heb je dat ook nog niet gehoord? Hij daagt je altijd een beetje uit om er weer even wat bij te te zeggen.’

Op de vraag of Jan beter op de hoogte is dan de Katwijksche Post heeft Jan een leuke anekdote. ‘De heer Knape werd wethouder, hij wist het alleen zelf nog niet. Hij zat bij mij in de stoel, ik zeg gefeliciteerd je wordt de nieuwe wethouder. Hij zegt nee toch? We gingen tellen en de vier kandidaten boven hem vielen in onze ogen af, en dat bleek later ook zo te zijn.’

Ondertussen wordt vaste klant Piet kundig geknipt en komt de volgende klant alweer binnengelopen. Hij kent ze allemaal bij de voornaam. Als ik kapper Jan vraag wat zijn geheime formule is lacht hij: “Dat ie lekker slank is!”

Geef een reactie

Geef een reactie

Categorieën

Blogstatistieken